1. Verplichtingen van de uitzendbureau's ten aanzien van het Sociaal Fonds
Welke verplichtingen moeten de uitzendbureaus naleven ten aanzien van het Sociaal Fonds?
De uitzendbureaus hebben volgende verplichtingen ten aanzien van het Sociaal Fonds:
- het betalen van een financiële waarborg gelijk aan € 75.000 (zie punt 2);
- het betalen van een globale bijdrage voor de financiering van de eindejaarspremie en de sociale voordelen toegekend krachtens de sectorale Collectieve Arbeidsovereenkomsten, gelijk aan 9,77% (hetzij 9,27% + 0,10% + 0,40%) van de brutolonen van de uitzendkrachten die in België ter beschikking worden gesteld (zie punt 3);
- informatie verstrekken m.b.t. de tewerkstelling van uitzendkrachten in het bedrijf van de gebruiker, in de mate dat er bij deze laatste geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging is (zie punt 4).
In welke teksten van de reglementering worden de verplichtingen van de uitzendbureaus ten aanzien van het Sociaal Fonds voorgeschreven?
Deze maatregelen zijn opgenomen:
- enerzijds in de sectorale Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) gesloten op 28 mei 2020 in het Paritair Comité 322 voor de uitzendarbeid betreffende de oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten" en vaststelling van zijn statuten.
- anderzijds de CAO nr. 108 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 16 juli 2013 betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid, bekrachtigd bij KB van 26 januari 2014, gepubliceerd in het B.S. van 10 februari 2014 (beschikbaar op http://www.cnt-nar.be/CCT-COORD/cct-108.pdf).
2. Financiële waarborg - Attest van betaling in het kader van de erkenningsperiode
Welke bepalingen regelen de financiële waarborg?
De reglementering inzake de waarborg is opgenomen in artikel 15) van de CAO van 28/05/2020 betreffende de oprichting van een ‘’fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten’’ en vaststelling van zijn statuten, gesloten in het Paritair Comité 322.
Waartoe dient de financiële waarborg betaald door de uitzendbureaus aan het Sociaal Fonds?
De financiële waarborg is bedoeld als een waarborg bij betalingsmoeilijkheden in hoofde van het uitzendbureau ten aanzien van zijn uitzendkrachten of ten aanzien van het Sociaal Fonds.
Hoeveel bedraagt de financiële waarborg die door de uitzendbureaus aan het Sociaal Fonds moet worden betaald?
Conform artikel 15 van de CAO van 28/05/2020, bedraagt de financiële waarborg in totaal € 75.000.
Deze moet in twee schijven worden betaald:
- € 25.000 bij de aanvraag van de erkenning als uitzendbureau
- € 50.000 na het bekomen van deze erkenning
Er moet slechts één waarborg worden betaald. Of het uitzendbureau zijn activiteiten in België uitoefent in één of meer Gewest(en) is van geen belang.
Maakt het uitzendbureau deel uit van een groep, dan moet er echter voor elke erkende juridische entiteit die als uitzendbureau in België actief is een waarborg worden betaald.
Hoe moet de eerste schijf van de financiële waarborg worden betaald, zodat ik het attest voor de erkenning kan bekomen?
In het kader van de erkenningsprocedure is er een attest van het Sociaal Fonds vereist dat aantoont dat het bedrijf de eerste schijf van de waarborg heeft betaald.
Om dit attest te bekomen richt het uitzendbureau per e-mail een aanvraag aan het Sociaal Fonds waarin het meedeelt dat het een erkenning wenst in één of meer Gewesten van het land.
Het Sociaal Fonds verzoekt dit bureau dan de eerste schijf van de waarborg (€ 25.000) te betalen op de bankrekening IBAN: BE90 4354 1386 5132 BIC: KREDBEBB van het Fonds, met als vermelding « 1e deel waarborg » + de naam van het uitzendbureau.
Eens de dienst boekhouding van het Fonds de betaling heeft vastgesteld, krijgt het uitzendbureau het attest toegestuurd.
Hoe moet de tweede schijf van de financiële waarborg worden betaald?
Binnen de 30 dagen nadat het uitzendbureau de erkenning heeft bekomen, betaalt het spontaan de tweede schijf van de waarborg (€ 50.000 ) op de onder punt 2.4. vermelde bankrekening van het Fonds, met als vermelding « 2e deel waarborg » + de naam van het uitzendbureau.
Kan een uitzendbureau dat zijn erkenning niet bekomt, of afziet van de verdere erkenningsprocedure, de terugbetaling vragen van de eerste schijf (€ 25.000)?
Ja, op voorwaarde dat het uitzendbureau, samen met de vraag tot terugbetaling
- de overlegging van een document van de bevoegde gewestelijke overheid waaruit blijkt dat de onderneming niet als uitzendbureau is erkend,
- een verklaring op eer dat de onderneming afziet van de verdere erkenningsprocedure,
- bewijs dat het uitzendbureau geen schulden heeft bij de RSZ en/of de betrokken buitenlandse socialezekerheidsinstelling of -instellingen (vertaald in het Nederlands of in het Frans of in het Engels door een beëdigd vertaler.
Vernieuwing van de erkenning, erkenning in een ander Gewest: hoe kan het attest af te geven door het Sociaal Fonds worden bekomen?
Aan een uitzendbureau dat in België reeds erkend is in één of meer Gewest(en) kan door het Gewest waar het de vernieuwing van zijn erkenning of een nieuwe erkenning aanvraagt, een attest worden gevraagd dat aantoont dat het zijn verplichtingen ten aanzien van het Sociaal Fonds (inzake waarborg, bijdragen, enz.) naleeft.
Het uitzendbureau richt daartoe per e-mail een schriftelijke aanvraag aan het Sociaal Fonds waarin het meedeelt dat het een vernieuwing van erkenning / een nieuwe erkenning wenst in het/de Gewest(en) dat het aanduidt.
Het Sociaal Fonds onderzoekt de financiële situatie van het uitzendbureau ten aanzien van het Fonds. Als alles in regel is, krijgt het uitzendbureau het attest toegestuurd.
Vanaf wanneer en onder welke voorwaarden kan de financiële waarborg aan een uitzendbureau worden terugbetaald?
Van de som van 75.000 EUR is een forfaitair bedrag van 5.000 EUR definitief verworven door het sociaal fonds. Deze som betreft een eenmalige inning voor opstart-, beheers- en dossierkosten.
De overige 70.000 EUR kan op verzoek van het uitzendbureau door het sociaal fonds worden terugbetaald, van zodra het uitzendbureau het bewijs voorlegt (vertaald in het Nederlands of in het Frans of in het Engels door een beëdigd vertaler) dat het, vanaf de datum van de erkenning, voor een totaalbedrag van minstens 75.000 EUR aan bijdragen aan het sociaal fonds heeft betaald en voor zover het uitzendbureau geen andere schulden heeft aan het sociaal fonds.
Indien de onderneming geen erkenning als uitzendbureau heeft gekregen of indien de onderneming afziet van de verdere erkenningsprocedure, kan zij bij het sociaal fonds een aanvraag indienen met het oog op de terugstorting van de betaalde som.
De terugstorting zal alleen gebeuren voor zover de aanvraag gepaard gaat met:
- de overlegging van een document van de bevoegde gewestelijke overheid waaruit blijkt dat de onderneming niet als uitzendbureau is erkend,
- een verklaring op eer dat de onderneming afziet van de verdere erkenningsprocedure,
- bewijs dat het uitzendbureau geen schulden heeft bij de RSZ en/of de betrokken buitenlandse socialezekerheidsinstelling of -instellingen (vertaald in het Nederlands of in het Frans of in het Engels door een beëdigd vertaler.
Een onderneming die erkend werd als uitzendbureau maar nooit uitzendkrachten heeft tewerkgesteld, kan de terugbetaling van 70.000 EUR bekomen voor zover ze de volgende documenten aan het sociaal fonds voorlegt:
- bewijs van de schrapping van de erkenning als uitzendbureau afgeleverd door bevoegde gewestelijke overheid of overheden;
- verklaring op eer van het uitzendbureau dat het nooit uitzendkrachten heeft tewerkgesteld,
- bewijs dat het uitzendbureau geen schulden heeft bij de RSZ en/of de betrokken buitenlandse socialezekerheidsinstelling of -instellingen (vertaald in het Nederlands of in het Frans of in het Engels door een beëdigd vertaler).
Rekening houdend met de verjaringstermijnen zoals voorzien in artikel 15 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, kan de terugbetaling door het sociaal fonds ten vroegste één jaar na de schrapping of schrappingen waarvan sprake onder a) plaatsvinden.
Op verzoek van een uitzendbureau dat zijn uitzendactiviteit stopzet en dat de in de vorige twee paragrafen bepaalde voorwaarden niet vervult, betaalt het sociaal fonds de 70.000 euro terug voor zover het uitzendbureau de volgende documenten aan het sociaal fonds voorlegt:
- bewijs van de schrapping van de erkenning als uitzendbureau, afgeleverd door bevoegde gewestelijke overheid of overheden;
- bewijs dat het uitzendbureau geen schulden heeft bij de RSZ en/of de betrokken buitenlandse socialezekerheidsinstelling of -instellingen (vertaald in het Nederlands of in het Frans of in het Engels door een beëdigd vertaler).
De terugbetaling van het sociaal fonds wordt verminderd met de financiële tussenkomsten die door het sociaal fonds zijn gedaan of dienen gedaan te worden voor gewezen uitzendkrachten van het uitzendbureau.
Rekening houdend met de verjaringstermijnen zoals voorzien in artikel 26 voorafgaandelijke titel Wetboek van Strafvordering, is deze terugbetalingsprocedure pas mogelijk indien een termijn van minstens vijf jaar verstreken is sinds de stopzetting.
3. Betaling van de bijdragen
Welke bepalingen van de CAO van 28/05/2020 regelen de bijdragen?
Het gaat om artikel 16, artikel 17 en artikel 18 van de CAO van 28/05/2020 betreffende de oprichting van een ‘’fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten’’ en vaststelling van zijn statuten, gesloten in het Paritair Comité 322.
Waarvoor dienen de bijdragen betaald door de uitzendbureaus aan het Sociaal Fonds?
Door de bijdragen betaald door de uitzendbureaus kan de eindejaarspremie van de uitzendkrachten gefinancierd worden, alsook andere sociale voordelen, zoals het toekennen van bijkomende vergoedingen ingeval van economische werkloosheid en langdurige ziekte. De bijdragen dienen ook voor de financiering van maatregelen ten gunste van de risicogroepen en om de vorming van de uitzendkrachten aan te moedigen.
Hoeveel bedraagt het huidige globale percentage van de bijdragen die door de uitzendbureaus aan het Sociaal Fonds betaald moeten worden?
Een globale bijdrage wordt geïnd voor de financiering van de eindejaarspremie en de sociale voordelen toegekend in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten en bedraagt 9,21 pct. op de brutolonen van de in België ter beschikking gestelde uitzendkrachten.
Vanaf 28 mei 2020 bedraagt deze bijdrage 9,27 pct. op de brutolonen van de in België ter beschikking gestelde uitzendkrachten.
Inningsprocedure:
Voor de uitzendkrachten-arbeiders worden de bijdragen berekend op het brutoloon aan 108 pct.
Daarnaast zijn er bijdragen verschuldigd van 0,10% en 0,40% van de brutolonen van de uitzendkrachten die in België ter beschikking worden gesteld, respectievelijk voor de financiering van de inspanningen ten gunste van de risicogroepen en voor de vorming van de uitzendkrachten.
Hoeveel bedraagt het huidige percentage van de bijdragen die moeten betaald worden door de uitzendbureaus voor uitzendactiviteiten in de bouwsector?
De uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124), dienen een bijdrage van 0,35 pct. te betalen op de brutolonen van de in België tewerkgestelde uitzendkrachten tewerkgesteld onder het PC 124.
Deze bijdrage is, naast de waarborg bedoeld in artikel 15, bestemd voor de financiering van de eindejaarspremie, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten en voor de financiering van de sociale voordelen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst houdende sociale voordelen voor de uitzendkrachten.
Wat betreft de uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, zijn artikelen 16 (globale bijdrage), 17 (Vorming en risicogroepen) en 28 (trekkingsrechten) niet van toepassing.
Wanneer moeten deze bijdragen aan het Sociaal Fonds betaald worden?
Al deze bijdragen zijn verschuldigd aan het Sociaal Fonds op volgende data: 31 maart, 30 juni, 30 september, 31 december. Ze moeten betaald zijn uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal waarop ze betrekking hebben (voorbeeld: 1e kwartaal = betaling verschuldigd op 31 maart, dus uiterlijk betaald op 30 april).
Op welke bankrekening moeten de uitzendbureaus met maatschappelijke zetel in België deze bijdragen betalen?
De uitzendbureaus die hun maatschappelijke zetel in België hebben moeten de verschuldigde bijdragen elk kwartaal betalen op de bankrekening van het Sociaal Fonds IBAN: BE82 7330 3444 8568 / BIC: KREDBEBB met de vermelding "KWARTAAL: X/201X + RSZ-nummer en naam van het uitzendbureau".
NB: als het uitzendbureau zijn maatschappelijke zetel in het buitenland heeft: zie punt 5.
4. CAO 108 en 108/2: De verplichting informatie te verstrekken
CAO 108 en 108/2: waarin bestaat de verplichting informatie te verstrekken aan het Sociaal Fonds?
Conform de CAO 108 en 108/2 betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid, zijn de uitzendbureaus verplicht aan het Sociaal Fonds informatie te verstrekken m.b.t. de tewerkstelling van uitzendkrachten. Het gaat om informatie over gebruikers waar er geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging is.
Meer weten? Klik op volgende link (naar de rubriek CAO 108 op de site).
Welke informatie moeten de uitzendbureaus meedelen over de tewerkstelling van uitzendkrachten?
Als er bij de gebruiker geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging is, dan deelt het uitzendbureau elke maand elektronisch volgende gegevens mee aan het Sociaal Fonds:
- de naam en het adres van deze gebruiker, het nummer van het paritair comité waaronder deze ressorteert en zijn nummer bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen.
- alle opdrachten, gerangschikt per motief, met uitzondering van deze die betrekking hebben op de vervanging van een vaste werknemer wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst.
Bij gebruik van opeenvolgende dagcontracten EN bij gebrek aan een ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging bij de gebruiker, deelt het uitzendkantoor aan het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten de volgende gegevens over het afgelopen semester mee op het e-mailadres CAO-CCT@federgon.be:
- De naam en het adres van de gebruikers, het nummer van het paritair comité waaronder ze ressorteren en hun KBO nummer
- Het aantal opeenvolgende dagoncontracten van het afgelopen semester.
- Het aantal uitzendkrachten die met opeenvolgende dagcontracten en het afgelopen semester aan het werk gesteld werden.
Wanneer en hoe moet de informatie over de tewerkstelling van uitzendkrachten aan het Sociaal Fonds worden meegedeeld?
De informatie over de per motief gerangschikte opdrachten moet elektronisch worden meegedeeld aan het Sociaal Fonds via het e-mailadres CAO-CCT108@federgon.be, uiterlijk de 20ste van de kalendermaand die volgt op de maand waarin de tewerkstelling van de uitzendkracht een aanvang nam.
U kunt hier de Excel-file downloaden die u voor het verstrekken van deze informatie nodig hebt.
De informatie over de opeenvolgende dagcontracten moet elektronisch worden meegedeeld aan het Sociaal Fonds via het e-mailadres CAO-CCT108@federgon.be, uiterlijk op het einde van de maand die volgt op het semester waarin de uitzendkracht tewerkgesteld werd met opeenvolgende dagcontracten.
U kunt hier de Excel-file downloaden m.b.t. de informatie over de opeenvolgende dagcontracten.
5. Uitzendbureaus die geen zetel in België hebben
Wat zijn de verplichtingen van de uitzendbureaus die geen zetel hebben in België ten aanzien van het Sociaal Fonds?
De verplichtingen van deze uitzendbureaus ten aanzien van het Sociaal Fonds zijn het betalen van de financiële waarborg (tenzij de gelijkwaardigheid wordt erkend)en het betalen van een globale bijdrage (tenzij de gelijkwaardigheid wordt erkend). Deze twee verplichtingen zijn niet volledig dezelfde als deze voor de uitzendbureaus met zetel in België (mogelijke gelijkwaardigheid, het percentage van de bijdragen), maar ze gelijken er wel op.
Daarnaast zijn er voor de uitzendbureaus zonder zetel in België echter twee bijkomende verplichtingen.
De uitzendbureaus zonder zetel in België moeten, conform artikel 10 van de CAO van 28/05/2020, aan het Sociaal Fonds via een document dat zij op voorhand ontvingen (boekhoudraam) informatie verstrekken m.b.t. de prestaties van de uitzendkrachten die op het Belgische grondgebied ter beschikking werden gesteld. Dit zijn de hun kwartaalaangiftes.
Bovendien moeten de uitzendbureaus zonder zetel in België, conform artikel 23 van dezelfde CAO, het Sociaal Fonds uiterlijk voor de aanvang van de detachering schriftelijk in kennis stellen van het aantal en de identiteit van de gedetacheerde werknemers en van de duur van de detachering, "die vallen onder artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten ". Dit is de voorafgaandelijke verklaring. Zo nodig moet een afschrift van de detacheringsformulieren van de betrokken uitzendkrachten bij deze verklaring worden gevoegd.
Moeten uitzendbureaus die geen zetel in België hebben ook de financiële waarborg betalen?
Conform artikel 15 van de CAO van 28/05/2020 moet een uitzendbureau dat geen zetel in België heeft en dat in zijn thuisland een financiële waarborg van een gelijkwaardig bedrag (€ 75.000) kan aantonen, in principe niet opnieuw een financiële waarborg betalen aan het Sociaal Fonds. Dit is echter enkel van toepassing als het met geschriften en op een omstandige manier het bestaan van een gelijkwaardig systeem in het thuisland kan bewijzen (zie 5.3).
Hoe kan een uitzendbureau zonder zetel in België doen gelden dat er een gelijkwaardig waarborgsysteem bestaat in zijn thuisland?
Uitzendkantoren die geen zetel hebben in België kunnen het gelijkwaardigheidsbeginsel inroepen van een gelijkaardig gereglementeerd loonwaarborgsysteem dat bestaat in hun thuisland. Ze dienen die gelijkwaardigheid op een omstandige manier aan te tonen. Er dient met originele documenten, vertaald in het Nederlands of in het Frans of in het Engels door een beëdigd vertaler, te worden aangetoond dat:
- de waarborg uitdrukkelijk tussenkomt in geval van het staken van de betaling van de lonen en bijdragen van de in België tewerkgestelde uitzendkrachten en, ingeval van dergelijke staking, de betaling van de lonen en de bijdragen van de in België tewerkgestelde uitzendkrachten volledig garandeert;
- deze tussenkomst reglementair gegarandeerd wordt;
- de waarborg minstens een bedrag equivalent aan 75.000 EUR bedraagt;
- het uitzendbureau geen schulden heeft bij de RSZ en/of de betrokken buitenlandse socialezekerheidsinstelling of -instellingen
Het uitzendbureau dat zich op deze gelijkheid beroept, bezorgt het sociaal fonds op eigen initiatief jaarlijks een nieuw attest waaruit deze gegevens blijken.
In geval van gelijkwaardigheid die wordt aanvaard voor een uitzendonderneming die geen zetel heeft in België is er, gezien de afwezigheid van een effectief gestorte waarborg aan het sociaal fonds, geen enkele tussenkomst van het sociaal fonds ten aanzien van de uitzendkrachten van deze uitzendonderneming mogelijk.
Hoe kan het attest van het Sociaal Fonds nodig voor de erkenning worden bekomen?
Het uitzendbureau richt per e-mail een aanvraag naar het Sociaal Fonds waarin het meedeelt dat het een erkenning wenst in één (of meer) Gewesten van het land.
Als het uitzendbureau een gelijkwaardig systeem in het thuisland inroept en als dit voldoet aan de voorwaarden waarin de CAO van 28/05/2020 voorziet, dan zal het Sociaal Fonds aan het uitzendbureau een attest afgeven waarin dit wordt bevestigd en waarmee het kandidaat-uitzendbureau zijn erkenning kan bekomen.
Is dit niet het geval, met andere woorden als de voorgelegde documenten niet het bewijs leveren van het bestaan van een gelijkwaardig systeem in het thuisland van het betrokken uitzendbureau, dan zal het Sociaal Fonds het kandidaat-uitzendbureau vragen de eerste schijf van de waarborg te betalen (€ 25.000) op de bankrekening IBAN: BE90 4354 1386 5132 BIC: KREDBEBB van het Fonds, met als vermelding "1e deel waarborg" + de naam van het uitzendbureau.
Eens de dienst boekhouding van het Fonds de betaling heeft vastgesteld, geeft deze het attest af dat vereist is om de erkenning te bekomen.
De overige regels inzake de financiële waarborg (betaling tweede schijf, terugbetaling van de waarborg) zijn dezelfde als deze voor de uitzendbureaus met een zetel in België (zie punt 2).
Zijn de uitzendbureaus die geen zetel in België hebben onderworpen aan de betaling van de globale bijdragen?
Conform artikel 23§2 van de cao van 28/05/2020 kunnen buitenlandse dienstverrichters die geen zetel hebben in België het gelijkwaardigheidsbeginsel inroepen ten aanzien van de bijdragen zoals voorzien in artikel 16 en/of artikel 18 van deze overeenkomst.
Zij dienen aan te tonen dat de betrokken uitzendkrachten dezelfde of een in wezen vergelijkbare looncomponent genieten op grond van verplichtingen waaraan het uitzendbureau in de lidstaat van vestiging onderworpen is. Hiertoe verstrekt het uitzendbureau hetzij volgens het hierdoor door het sociaal fonds ter beschikking gestelde formulier, hetzij door gelijkwaardige documenten voorzien door de wetgeving van de lidstaat van vestiging vertaald in het Nederlands of in het Frans of in het Engels door een beëdigd vertaler, de volgende gegevens per betrokken uitzendkracht aan het sociaal fonds: het uitbetaalde loon, het aantal gepresteerde uren, het bedrag en de aard van het voordeel waarvoor het uitzendbureau de gelijkwaardigheid inroept, het bedrag van het uitbetaalde vakantiegeld alsook telkens het bewijs van betaling. Deze gegevens dienen uiterlijk op het einde van de maand volgend op het kwartaal waarin de prestaties geleverd werden aan het sociaal fonds bezorgd te worden.
Zijn de uitzendbureaus die geen zetel hebben in België aan dezelfde bijdragepercentages onderworpen dan de andere uitzendbureaus?
Niet helemaal. Ze moeten niet betalen voor de maatregelen inzake de vorming van de uitzendkrachten (0,40%), noch voor deze ten gunste van de risicogroepen (0,10%).
Het bijdragepercentage van toepassing is met ingang van 28 mei 2020 gelijk aan 9,27%.
Hoe kan een uitzendbureau zonder zetel in België doen gelden dat er een gelijkwaardig bijdragesysteem bestaat in zijn thuisland?
Buitenlandse dienstverrichters die geen zetel hebben in België en het gelijkwaardigheidsbeginsel inroepen ten aanzien van de bijdragen voorzien in artikel 16 en/of artikel 18 van deze overeenkomst, dienen aan te tonen dat de betrokken uitzendkrachten dezelfde of een in wezen vergelijkbare looncomponent genieten op grond van verplichtingen waaraan het uitzendbureau in de lidstaat van vestiging onderworpen is. Hiertoe verstrekt het uitzendbureau hetzij volgens het hierdoor door het sociaal fonds ter beschikking gestelde formulier, hetzij door gelijkwaardige documenten voorzien door de wetgeving van de lidstaat van vestiging vertaald in het Nederlands of in het Frans of in het Engels door een beëdigd vertaler, de volgende gegevens per betrokken uitzendkracht aan het sociaal fonds: het uitbetaalde loon, het aantal gepresteerde uren, het bedrag en de aard van het voordeel waarvoor het uitzendbureau de gelijkwaardigheid inroept, het bedrag van het uitbetaalde vakantiegeld alsook telkens het bewijs van betaling. Deze gegevens dienen uiterlijk op het einde van de maand volgend op het kwartaal waarin de prestaties geleverd werden aan het sociaal fonds bezorgd te worden.
Het Sociaal Fonds onderzoekt de documenten en brengt het betrokken uitzendbureau op de hoogte van het gevolg dat aan zijn aanvraag wordt gegeven.
Op welke bankrekening moeten de bijdragen worden betaald door de uitzendbureaus zonder zetel in België?
Ook de uitzendbureaus zonder zetel in België moeten elk kwartaal de aan het Sociaal Fonds verschuldigde bijdragen betalen op de bankrekening: IBAN: BE82 7330 3444 8568 / BIC: KREDBEBB, met als mededeling de naam van het uitzendbureau alsook het betrokken kwartaal (voorbeeld: Uitzendbureau NV + kwartaal 1/2015).
Wat moet er gebeuren als de gelijkwaardigheid van het bijdragesysteem in het thuisland niet wordt erkend?
In dat geval gelden dezelfde regels als voor de uitzendbureaus met zetel in België (zie punt 3).